Sinds ik in IJsland ben geweest heb ik iets met vulkanen en lavavelden. Op Tenerife kon ik dus ook weer m’n hart ophalen. Verder had ik strand verwacht, cactussen, palmbomen, maar dat we in zo’n mooie bergvallei zouden belanden was echt een verrassing.
We hadden een vakantiehuisje in het dorpje Los Carrizales, in de Teno vallei. We kwamen aan in het donker, over haarspeldweggetjes via het dorp Masca. Pas de volgende dagen zagen we de overweldigende, steile bergwanden waar we langsgereden waren.
Onze casa was op een hele fijne plek. Het was er stil, donker en in de nachten relatief koel. In de ochtenden waren er mistflarden/wolken en stond de dauw op de vele cactussen, die heel sterk roken. In de avonden konden we op onze veranda genieten van de zonsondergang boven zee, roofvogels cirkelend boven ons.
De branding aan de westkant van het eiland was nogal sterk en we hebben niet veel gezwommen. Qua temperatuur was het ook een stuk prettiger onder de bomen in de botanische tuinen of wat hogerop in het nationaal park Del Teide, het gebied rondom de vulkaan.
Een bekende boom op Tenerife is de ‘drakenbloedboom‘, waarvan er twee hele grote staan in Icod de los Vinos. Maar kleinere, jongere exemplaren waren ook overal op het eiland te zien, vaak in de buurt van grote agaves, waarvan de stengels hoog boven ons uittorenden.
Op veel pleinen in de steden/dorpen staan er grote bomen die het hele plein schaduw bieden. Aan de kust zijn er veel plantages, voornamelijk van bananen. In de botanische tuin in Puerto de la Cruz hebben we een middag doorgebracht om al die prachtige bomen en planten van dichtbij te kunnen bekijken en te genieten van de vlinders en libellen.
